Direct naar artikelinhoud
InterviewAn Lemaire

Het pfas-verleden blijft de directeur van Chemours achtervolgen: ‘Als mensen boos zijn, dan ben je niet altijd meer geneigd om naar alle feiten te luisteren’

Het liefst heeft An Lemaire, directeur van Chemours, het over het heden en hoe innovatief haar Teflonfabriek in Dordrecht nu is. Maar hoe kun je het pfas-verleden loslaten?

en
An Lemaire, directeur van Chemours in Dordrecht.Beeld Aurélie Geurts

Zeven keer zal An Lemaire (55) het zeggen, in verschillende varianten, in de twee uur die het interview duurt. Soms als een constatering, soms als een pleidooi, dan weer als bezwering, dan bijna als een smeekbede.

‘Er is geen punt gezet achter het verleden.’

‘We moeten hier een punt achter kunnen zetten.’

‘Ik denk een punt te kunnen zetten achter het verleden.’

De directeur van Chemours Nederland, eigenaar van de Teflon-fabriek in Dordrecht, wil het zo graag over de toekomst hebben – maar dat blijkt lastig als je bedrijf stoffen uitstoot die forever chemicals worden genoemd. De duizenden kilo’s van deze zogeheten polyfluoroalkylsubstanties, kortweg pfas, die via schoorsteen en lozingsbuis in de afgelopen decennia in de omgeving zijn terechtgekomen, zijn niet verdwenen.

Over de auteurs
Abel Bormans is regioverslaggever van de Volkskrant in de provincie Zuid-Holland. Michael Persson is economieverslaggever en commentator van de Volkskrant, met een focus op witte boorden. Als Amerika-correspondent won hij journalistiekprijs de Tegel. 

De pfas, een hulpstof bij de productie, zitten nu in de omgeving in het natuurwater (in de Merwelanden mag niet gezwommen worden), in de moestuinen (het RIVM raadt af om groenten te eten afkomstig uit grond binnen een kilometer ten noordwesten van de fabriek) en in de mensen (omwonenden hebben soms zeer hoge pfas-waarden in hun bloed). De stoffen worden als ‘zeer zorgwekkend’ geclassificeerd, juist omdat ze zo hardnekkig zijn.

‘Kijk naar het heden!’, zegt Lemaire. ‘Dit bedrijf loopt voorop in het minimaliseren van emissies.’

Het bedrijf loost nu inderdaad nog maar een fractie van wat het ooit deed. De uitstoot van pfoa, een omstreden pfas-soort, is al in 2012 gestopt. De emissie van de nieuwe variant, GenX, is de afgelopen jaren met 99 procent afgenomen. Een voormalige schoorsteen op het terrein is letterlijk omgebogen, en kronkelt nu naar een aantal filters die de stof grotendeels uit de rookgassen halen. Van andere fluororganische componenten die Chemours gebruikt, komt sinds deze maand 80 procent minder in de natuur. ‘Dat gebeurt in de nieuwe installatie die je daar ziet’, zegt Lemaire. ‘Echt een mijlpaal.’

De toekomst ziet er dus schoner uit. Maar intussen hopen de rechtszaken over het verleden zich op. Eind september hield een civiele rechter Chemours verantwoordelijk voor de schade die de uitstoot heeft veroorzaakt in de vier omliggende gemeenten. En vorige maand stelde het Openbaar Ministerie zelfs een strafrechtelijk onderzoek in naar eventuele aansprakelijkheid van de betrokken leidinggevenden.

Zo is Chemours in Dordrecht, dat daar in 1959 (destijds onder de naam DuPont) begon met de productie van onder meer de antiaanbaklaag voor tefalpannen, van een naoorlogse fabrikant van comfort en vooruitgang nu de boksbal geworden voor iedereen die wil wijzen op de keerzijde van de moderniteit.

Zijn jullie verbaasd over het ontstane maatschappelijke klimaat, waarin de emissies van de industrie onder een vergrootglas liggen?

‘Ik ben niet verbaasd over zorgen die omwonenden hebben. Die raken me. Maar als mensen boos zijn, dan ben je niet altijd meer geneigd om naar alle feiten te luisteren. Waar ik me vooral over heb verbaasd, is de heftigheid waarmee het publieke debat wordt gevoerd. Soms lijkt het wel alsof we in Nederland de maakindustrie niet meer willen.

‘De balans is een beetje zoek. De industrie brengt ook veel goede dingen, als motor van de economie: werkgelegenheid, innovatie, export en strategische autonomie. Natuurlijk zijn er zaken die we nog kunnen verbeteren, zoals onze impact op de omgeving. Daar werken we hard aan, maar soms lijkt het alsof de samenleving daar geen geduld meer voor heeft. Niet iets wat van vandaag op morgen gaat.’

Ondertussen staan hier wel elke week bezorgde Sliedrechters met ‘emmertjes met pfas-grond’, zoals zij het noemen, om die bij jullie voor het hek te gooien.

‘Ik praat met iedereen. Dus ook met mensen die zeer kritisch zijn. Als je met elkaar praat, kom je er vaak achter dat je het eigenlijk met elkaar eens bent.’

Waarom komt die groep dan elke week terug?

‘We vertellen natuurlijk ook tegen hen iedere keer weer waar we mee bezig zijn. En dan zegt zo’n meneer aan het hek: ‘Ja, dat weet ik allemaal wel. Jullie zijn goed bezig. Maar de uitstoot is nog geen nul, hè.’ Ergens heb ik daar wel respect voor. Want deze meneer denkt kennelijk dat hij ons bij de les moet houden totdat de uitstoot nul is. Maar wij willen precies hetzelfde.’

Maar waarom komt die boodschap dan niet over?

‘In het publieke debat hoor je een heleboel dingen over het bedrijf door elkaar. Over het verleden van het bedrijf, het heden en de toekomst. Die worden op één hoop gegooid, waardoor er een bepaald beeld ontstaat. Ik denk dat het goed is om die dingen nu eens uit elkaar te halen.’

Het is toch niet gek dat mensen het verleden en de toekomst van het bedrijf samen wegen?

‘De zorgen gaan over historische emissies. Daar moeten we een punt achter zetten. De rechter heeft een oordeel geveld. Misschien niet het vonnis waar we op gehoopt hadden, maar ergens ben ik er wel blij mee. Wij kunnen nu verder kijken. We zijn voorstander van een rondetafelgesprek, aangestuurd door een onafhankelijke regisseur, om met alle betrokkenen te kijken hoe we samen tot een oplossing kunnen komen.’

An Lemaire, bij de fabriek van Chemours in Dordrecht.Beeld Aurélie Geurts

In het vonnis waar Lemaire op doelt, stelde de rechter eind september dat DuPont in de periode 1984-1998 relevante informatie over de emissie in Dordrecht en omstreken heeft verzwegen. Het Amerikaanse moederbedrijf wist al dat pfas bepaalde soorten kanker kon veroorzaken bij proefdieren. De Nederlandse vergunningverlener werd onvoldoende geïnformeerd over die mogelijke schadelijke effecten.

Jullie hebben altijd schuld ontkend in deze zaak. Wat vindt u ervan dat de rechter toch oordeelt dat jullie informatie hebben achtergehouden?

‘Ik wil hier verder geen discussie over voeren. Het is zinvoller om intussen te werken aan een oplossing. Ik geloof zeer in de rechtsgang in Nederland. En daar moeten we ons aan houden. Mochten we er alsnog iets over willen zeggen, dan moeten we verder in de juridische procedure.’

Maar net zei u dat jullie een gesprek met alle partijen willen. Helpt het dan niet als je het met elkaar eens bent wat er in het verleden is gebeurd? Want die achtergehouden kennis heeft voor een deel tot het wantrouwen geleid dat nog steeds voortduurt.

‘Nogmaals hè, we praten over 1984. Dat is veertig jaar geleden. Dus dan moet ik me nu in de tegenwoordige tijd verplaatsen in wat iemand anders dacht in 1984. Zoals ik het bedrijf nu ken, heb ik geen enkel vermoeden dat mensen opzettelijk zaken zouden achterhouden.’

In het verleden is dat wel gebeurd. Uit memo’s uit de VS blijkt dat het bedrijf begin jaren tachtig intern zorgen heeft geuit over de milieu- en gezondheidseffecten van pfas. Uit economische overwegingen is dat toen geheim gehouden.

‘Het was een andere tijd. Hoe we omgingen met veiligheid, met chemicaliën. Ik vind het heel lastig om dat te moeten duiden. We moeten nu gewoon vooruit. En kijken: waar zitten nou die zorgen? Dat komt doordat mensen niet uit die moestuinen kunnen eten, en niet in een recreatieplas mogen zwemmen. Daar moeten we iets aan doen. En daar kán ik ook iets aan doen. Dat andere, dat kan ik niet meer veranderen.’

In de rechtszaak stelden jullie ook dat lang werd gedacht dat pfoa in de lucht zou oplossen. Terwijl DuPont in de VS in 1984 al constateerde dat het in het grondwater was gekomen. Wekt het rigide vasthouden aan deze lijn van verdediging geen wantrouwen bij de partijen met wie jullie zo graag willen samenwerken?

‘Nu hebben we het over pfoa. Dat we sinds 2012 niet meer gebruiken. Ik denk dat dit juist de hele discussie weer voedt. Is het niet belangrijker om te kijken: hoe komen we uit deze impasse? Ik denk niet door te praten over het verleden en allerlei technicalities.’

Jullie staan bekend als bedrijf dat een juridische strijd niet schuwt. Of het nou om een aangescherpte vergunning gaat, of om het opleggen van een dwangsom, zoals recentelijk gebeurde na een illegale lozing van trifluorazijnzuur (TFA). Helpt dat?

‘Wij willen zelf ook graag uit die verjuridisering komen. Tegelijkertijd is het wel een beetje flauw dat dit altijd wordt gezegd. Ons rechtssysteem is zo ingericht dat als je het ergens mee oneens bent, je als bedrijf op deze manier bezwaar kan maken.’

Naast de onrechtmatige daad van de achtergehouden informatie stelde de rechter Chemours aansprakelijk voor de kosten van het opruimen van pfas-deeltjes op gemeentegronden, ook in de periode voor en na 1984-1998. Er was wel een vergunning om de stoffen uit te stoten, maar dat was in de veronderstelling dat ze daarmee verdwenen waren.

In de reactie op de rechterlijke uitspraak hadden jullie het over het opzetten van een ‘fonds’. Bedoelen jullie een soort generiek opruimfonds?

‘We hebben inderdaad aangekondigd dat we voornemens zijn om een fonds in te richten. En uiteraard behoeft dat discussies met verschillende mensen. Hoe moet het eruit zien? Wat valt daaronder? Dat kunnen we niet alleen.’

Kan het dan ook zijn dat straks particuliere eigenaren zeggen: als de grond van de gemeente moet worden schoongemaakt, dan wil ik dat mijn grond ook wordt schoongemaakt?

‘Dat zullen we allemaal bekijken. We nemen onze verantwoordelijkheid.’

En mensen die verhoogde pfas-waarden in hun bloed hebben. Willen jullie daar ook iets aan doen?

‘We gaan, in eerste instantie met gemeenten en andere belanghebbenden, in gesprek om te kijken wat precies nodig is.’

De pfas-vervuiling van Chemours ligt al een paar jaar onder een vergrootglas, met name door uitzendingen van actualiteitenprogramma Zembla. Het leidde tot Kamervragen, hoorzittingen, rechtszaken. Lemaire moest zich op diverse podia verantwoorden. Tweede Kamerleden noemden haar ‘kil’, ‘technocratisch’, zelfs ‘moreel bedenkelijk’.

Hoe kijkt u terug op die hoorzittingen?

‘Die hoorzittingen met de Tweede Kamer vond ik erg heftig. De manier waarop mensen vragen stellen. Die eigenlijk hun mening klaar hebben zonder te willen luisteren naar wat het bedrijf inbrengt. Achteraf heb ik me ook afgevraagd: wat had ik anders moeten doen om het empathischer te maken. Eerlijk gezegd denk ik toch dat het niet anders kon. Als mensen ziek zijn, is dat gewoon heel naar. We hebben allemaal in onze omgeving mensen die getroffen worden door vreselijke ziekten. Maar ik kan niet voorbij gaan aan het feit dat uit allerlei onderzoeken door gerenommeerde onderzoeksinstituten blijkt, dat er geen verhoogd ziektebeeld is in de regio Dordrecht. Dan zeggen ze: er is geen empathie. Omdat ik niet zeg wat mensen willen horen.

Wat willen ze horen?

‘Dat er een relatie is tussen hun ziekte en het bedrijf. Maar dat verband is niet aangetoond.’

Lemaire vindt dat Zembla sommige gezondheidsrisico's ‘suggestief’ heeft weergegeven. Zo meldde het programma vorig jaar, op basis van een steekproef van de Vrije Universiteit, dat baby’s in de omgeving van Chemours ‘via moedermelk blootgesteld worden aan te veel pfas’. Maar daarbij bleek een verkeerde berekening gemaakt. Volgens het RIVM zijn de door de VU gemeten concentraties pfas in de moedermelk twee keer zo laag als de Europese norm. Ook een uitzending over zwemwater, dat tot in de verre omtrek ‘schrikbarend hoge concentraties’ pfas zou bevatten, werd daarna door het RIVM gerelativeerd. Twaalf zwemplassen bleken veilig genoeg. Voor één plas werd een negatief zwemadvies gegeven, op basis van de veronderstelling dat je daar elke dag zou zwemmen en dan per keer een half glas water zou inslikken.

In een uitgebreide reactie stelt Zembla dat de resultaten van de moedermelk-steekproef ‘niet worden betwist’, ook al heeft de VU zich zelf van de conclusies gedistantieerd. Wat betreft het zwemwater stelt Zembla dat de door het programma geraadpleegde onderzoeker ‘conservatiever’ is dan het RIVM. ‘Hij concludeert dat we sowieso al te veel pfas binnenkrijgen, en dat niet zwemmen een manier is om inname te verminderen.’

‘De uitzendingen hebben tot veel onrust in de omgeving hebben geleid', zeg Lemaire. ‘Ze raakten een sentiment dat latent al aanwezig was. Daar loop ik niet van weg. Ik vind het wel jammer dat de zorgen toegenomen zijn naar aanleiding van berichtgeving die gericht is op effectbejag.’

Zembla heeft evengoed veel overtuigende feiten gepresenteerd. Mede daardoor opent het OM een strafrechtelijk onderzoek. Advocaat Bénédicte Ficq, die de aangiften van omwonenden verzamelde, heeft het over criminele vervuiling, en noemt de verantwoordelijken criminelen. Hoe is dat gevallen?

‘Daar word je natuurlijk niet blij van. Ik zou willen dat er goed onderscheid wordt gemaakt. Wat is er in het verleden gebeurd? Wat gebeurt er nu?’

U vreest geen persoonlijke aansprakelijkheid?

‘In het tussenvonnis sprak de rechter over onrechtmatig handelen in de periode 1984-1998. Wat zeker is, is dat ik in 1984 niet hier, maar nog op school zat. Mijn eigen rol is nu.’

Ondertussen roept een adviescommissie op om de fabriek helemaal te sluiten zolang er geen ‘nul uit de pijp’ komt. Investeerders riepen afgelopen week op tot een totale pfas-stop. Ook is de Europese Commissie bezig met een pfas-verbod in 2025, ook al wordt daar een uitzondering gemaakt voor ‘essentiële toepassingen’. Vrezen jullie die ontwikkelingen?

‘Wij maken fluorpolymeren die in producten zitten waar de samenleving simpelweg niet zonder kan. In medische toepassingen, zoals stents en katheters. Maar ook in microchips en de lithium-ion-batterij voor elektrische auto’s. Er zijn ook pfas-varianten voor pizzadozen, hamburgerpapiertjes en cosmetica, waarvan mensen zeggen: die hebben wij toch helemaal niet nodig. Oké, maar die maken wij ook niet. Wat een stukje van ons verleden is, dat zijn koekenpannen en regenjassen. Maar daar zitten we nu nauwelijks nog in. Die markt is voor ons economisch niet meer zo interessant.

‘Ook spelen onze fluorpolymeren een belangrijke rol in de energietransitie. In zonnepanelen en elektrische voertuigen bijvoorbeeld. Maar ook voor waterstofproductie zijn fluorpolymeren nodig. Voor die toepassing wordt nu een nieuwe fabriek gebouwd in Frankrijk.’

‘Waarom komt die fabriek dáár? Het had ook hier gekund, als het aan mij had gelegen, we hebben de ruimte. Maar het bedrijf heeft de voorkeur gegeven aan Frankrijk. En dat heeft mede te maken met het hele investeringsklimaat hier in Nederland.’

Denken jullie erover om de hele fabriek op te doeken?

‘Dat willen wij niet. Wij zien dat er vraag is naar onze producten. Die vraag gaat eerder toenemen dan afnemen. Deze fabriek is nodig om die behoefte in de wereld op te vangen. En kijk naar buiten: je verplaatst haar niet zomaar. Het stoppen van een van de meest innovatieve fabrieken in de wereld… dat zou toch buitengewoon verdrietig zijn.’